EEN KIND KAN DE WAS DOEN

Loop je altijd achter met de was? Heb je altijd overal was liggen?

TIP 1 Zorg voor 3 wasmanden voor je vuile was: 1 voor bont, 1 voor wit en 1 voor donker of wolwas. Zorg dat alle gezinsleden elke dag hun vuile was zelf in de juiste mand doen. Ook vrij jonge kinderen kunnen dit leren. Zij kunnen prima op kleur sorteren. Doe het eerst elke avond met het naar bed gaan samen. Zo leer je je kind een routine aan. 

TIP 2 Zorg dat je voor je schone was ook 3 manden hebt: 1 voor strijk-was, 1 voor vouw-was en 1 voor je opgevouwen was. Met deze laatste mand kun je dan alle kamers langs om de schone gevouwen was in de juiste kast op te bergen. Je kunt oudere kinderen leren hun eigen stapeltje schone was in hun kast in te ruimen. Zo worden ze meer betrokken bij het netjes houden van hun eigen kledingkast.

TIP 3 Als je de was van je droogrek haalt, vouw hem dan meteen op. Soms proppen mensen de schone droge was in een mand en laten hem een week liggen. Er komen dan zo veel meer kreukels in dan nodig is. Als je de was hebt laten drogen kun je waarschijnlijk alles behalve overhemden en pantalons vaak zonder te strijken kreukvrij opvouwen. 

TIP 4 Kijk eens of een ander gezinslid de taak van strijken op zich kan nemen. Mijn man strijkt bij ons. Hij is een ster in overhemden strijken!